Nederlands | Hulp | Aanmelden | Feedback geven

Hoe zou je je ervaring met deze pagina beoordelen?

Ga naar onsHulp-centrum voor informatie over veelvoorkomende problemen

Hartelijk dank voor je feedback.

Hulp-onderwerpen

Contact

Heb je feedback? Kun je je antwoord niet vinden op de Hulp-pagina's?

Contact

Je boek samenstellen: Een paperbackmanuscript opmaken (Word voor Mac)

In deze stapsgewijze handleiding helpen we je bij het opmaken van een paperbackmanuscript in Microsoft Word voor Mac (versie 15).

Raadpleeg onze aparte handleidingen voor het opmaken van een paperback in Microsoft Word voor Windows en Pages voor Mac. Je kunt ook ons Kindle Create-programma proberen om de inhoud van je paperback op te maken.




Stap 1

Paginaformaat en de marges instellen

Een paar belangrijke termen voordat je begint:

  • Afdrukformaat. De breedte en hoogte van je gedrukte boek. Het meest gebruikelijke afdrukformaat voor paperbacks in de VS is 15,24 x 22,86 cm (6 x 9 inch), maar er zijn ook andere opties.
  • Overloop naar marges. Overloop naar marges is een afdrukterm die verwijst naar wanneer afgedrukte objecten op een pagina, zoals foto‘s, achtergrondkleur of afbeeldingen, doorlopen tot voorbij het punt waar de publicatie wordt bijgesneden. Dit zorgt ervoor dat de afgedrukte objecten helemaal tot aan de rand van de pagina komen. Wanneer een boek wordt afgedrukt, worden alle pagina's bijgesneden tot het geselecteerde afdrukformaat door 3,2 mm (0,125 inch) van de boven-, onder- en buitenranden af te snijden. Om ervoor te zorgen dat objecten op je pagina helemaal tot aan de rand van de pagina komen, moeten deze objecten doorlopen tot voorbij het punt waar de pagina 3,2 mm (0,125") wordt bijgesneden. Je moet rekening houden met de overloop naar marges omdat het voorkomt dat er een witte rand aan de rand van de pagina verschijnt wanneer het boek wordt bijgesneden. In de video en de stapsgewijze instructies wordt uitgelegd hoe je het paginaformaat en de marges kunt instellen voor boeken met en zonder overloop naar marges. Zie onze Hulp-pagina Afdrukopties voor meer informatie over overloop naar marges.
  • Marges. Elke pagina heeft drie buitenmarges (boven, onder en zijkant) en één binnenmarge (ook wel rugwit genoemd). Marges zorgen ervoor dat je tekst niet wordt afgekapt tijdens de productie. Stel het paginaformaat in voordat je de marges instelt. Waarom? Het formaat van de marges is afhankelijk van het aantal pagina's en of je elementen hebt die overlopen naar marges.
Raadpleeg deze tabel om de marges te bepalen:

Aantal pagina's Binnenmarges (rugwit) Buitenmarges (geen overloop naar marges) Buitenmarges (met overloop naar marges)
24 tot 150 pagina's 9,6 mm (0,375 inch) minimaal 6,4 mm (0,25 inch) minimaal 9,6 mm (0,375 inch)
151 tot 300 pagina's 12,7 mm (0,5 inch) minimaal 6,4 mm (0,25 inch) minimaal 9,6 mm (0,375 inch)
301 tot 500 pagina's 15,9 mm (0,625 inch) minimaal 6,4 mm (0,25 inch) minimaal 9,6 mm (0,375 inch)
501 tot 700 pagina's 19,1 mm (0,75 inch) minimaal 6,4 mm (0,25 inch) minimaal 9,6 mm (0,375 inch)
701 tot 828 pagina's 22,3 mm (0,875 inch) minimaal 6,4 mm (0,25 inch) minimaal 9,6 mm (0,375 inch)

Stapsgewijze instructies: Paginaformaat en de marges instellen (geen overloop naar marges)

  1. Selecteer Document op het tabblad Opmaak. Hiermee wordt een dialoogvenster geopend. Selecteer Pagina-instelling. Hiermee wordt een dialoogvenster geopend.


  2. Klik op Papierformaat en selecteer Aangepaste formaten beheren. Voer bij de velden Breedte en Hoogte het afdrukformaat* van je boek in. Klik op OK. Hiermee wordt het formaat van je pagina's gewijzigd en verandert het aantal pagina's. Deze gegevens heb je nodig voor het instellen van de marges.
  3. Selecteer Document op het tabblad Opmaak. Hiermee wordt een dialoogvenster geopend. Selecteer in de lijst Meerdere pagina's de optie Marges spiegelen.
  4. Voer je marges voor Boven, Onder, Binnen en Buiten in op basis van het aantal pagina's van je boek. Voer geen waarde in het veld Rugwit in. Klik op OK.


Tip: als het aantal pagina's verandert, ga je terug en controleer je de binnenmarge omdat deze mogelijk ook moeten worden gewijzigd.


Stapsgewijze instructies: Paginaformaat en de marges instellen (overloop naar marges)

  1. Selecteer Document op het tabblad Opmaak. Hiermee wordt een dialoogvenster geopend. Selecteer Pagina-instelling. Hiermee wordt een dialoogvenster geopend.

  2. Klik op Papierformaat en selecteer Aangepaste formaten beheren. Vul de velden Breedte en Hoogte in voor je afdrukformaat met overloop naar marges toegevoegd. Voeg 3,2 mm (0,125") toe aan de breedte en 6,4 mm (0,25") aan de hoogte.

    Als je afdrukformaat bijvoorbeeld 15,24 x 22,86 cm (6 x 9") is, stel je het paginaformaat in op 15,54 x 23,46 cm (6,125 x 9,25"). Microsoft Word kan 3 mm (0,125") bijstellen naar 3,3 mm (0.13"). Dit is prima.

    Klik op OK

  3. Selecteer Document op het tabblad Opmaak. Hiermee wordt een dialoogvenster geopend. Voer bij Marges je marges voor Boven, Onder, Binnen en Buiten in op basis van het aantal pagina's van je boek.
  4. Selecteer in de lijst Meerdere pagina's de optie Marges spiegelen. Voer geen waarde in het veld Rugwit in. Klik op OK.

  5. Stel je marges vast met behulp van de tabel aan het einde van deze sectie. De tabel biedt de minimale vereisten voor de marges. We raden je echter een boven- en ondermarge van 25,4 mm (1") aan als je koptekst opneemt en een buitenmarge van 9,6 mm (0,375") zodat je boek er professioneler uitziet.

Tip: als het aantal pagina's verandert, ga je terug en controleer je de binnenmarge omdat deze mogelijk ook moeten worden gewijzigd.



Stap 2

Stijlen wijzigen voor een aangepast uiterlijk

Door de stijlfunctie in Word te gebruiken, kun je ervoor zorgen dat het lettertype en de regelafstand van je boek consistent zijn. Je kunt de vooraf ingestelde stijlen in Microsoft Word gebruiken of deze aanpassen aan je eigen voorkeuren. Het gebruik van stijlen bespaart je ook tijd omdat je niet voor elk deel van je boek het lettertype en de afstand hoeft in te stellen.

Stapsgewijze instructies: Stijlen instellen en toepassen


De Normale stijl wijzigen voor de hoofdtekst van je boek
De stijl Normaal wordt gebruikt voor de hoofdtekst van je boek. Je kiest het lettertype en de lettergrootte en de uitlijning van elke alinea, afstand tussen alinea's en de inspringing van de eerste regel van elke alinea. Dit zijn allemaal stijlkeuzes, dus kies ze op basis van je genre.

  1. Klik op het tabblad Start met de rechtermuisknop op de stijl Normaal en selecteer Wijzigen. (Als je geen optie ziet als je met de rechtermuisknop klikt, klik je op het deelvenster Stijlen in de sectie Opmaak, zoek je de stijl en klik je op Stijl wijzigen.)

  2. Selecteer je Lettertype en Lettergrootte in de lijsten. (Stel bijvoorbeeld Lettergrootte in op 10 en selecteer het lettertype Garamond.)

  3. Klik op de lijst Opmaak en selecteer Alinea. Hiermee wordt een dialoogvenster geopend.
  4. In het dialoogvenster:
    • Stel onder Algemeen de optie Uitlijning in op Uitvullen.
    • Stel onder Speciaal de optie Inspringing van de eerste regel in op 5 mm (0,2").
    • Stel onder Afstand de opties Voor en Na in op 0 en selecteer onder Regelafstand de optie Enkel.
    • Klik op OK.
De Normale stijl toepassen op de hoofdtekst van je boek
  1. Plaats de cursor voor de titel van het eerste hoofdstuk en houd de toetsen SHIFT+PAGE DOWN ingedrukt totdat de cursor zich verplaatst naar het einde van het document.
  2. Houd alles gehighlight. Klik op het tabblad Start in het lint Stijlen op de stijl Normaal.

Tip: Afhankelijk van of je hebt gekozen voor een groot lettertype (bijvoorbeeld: Arial) of een klein lettertype (bijvoorbeeld: Times New Roman), moet je de grootte tussen 9 en 12 punten instellen. Amazon raadt 9 punten aan voor een groter lettertype en 12 voor een kleiner lettertype. .

De stijl Kop 1 instellen
  1. Klik op het tabblad Start met de rechtermuisknop op de stijl Kop 1 en selecteer Wijzigen. Hiermee wordt een dialoogvenster geopend. (Als je geen optie ziet als je met de rechtermuisknop klikt, klik je op het deelvenster Stijlen in de sectie Opmaak, zoek je de stijl en klik je op Stijl wijzigen.)

  2. Selecteer je Lettertype, Lettergrootte en Kleur en stel de uitlijning in op Gecentreerd. (Selecteer bijvoorbeeld zwart, Lucida Sans, 24pt, gecentreerd.)
  3. Klik op de lijst Opmaak en selecteer Alinea. Hiermee wordt een dialoogvenster geopend.
  4. Selecteer (geen) onder Speciaal.
  5. Onder Afstand stel je Voor en Na in op 60pt om de titel ongeveer een derde van de pagina te verlagen en deze te scheiden van de eerste alinea.
  6. Klik op OK op beide openstaande vensters om de wijzigingen op te slaan.


Stap 3

Hoofdstukken opmaken (sectie-einden en hoofdstuktitels)

Waarom deze stap ertoe doet:

  • Sectie-einden. Gebruik sectie-einder om ervoor te zorgen dat de content op de juiste pagina begint. Met sectie-einden kun je de opmaak van een specifieke sectie wijzigen zonder dat dat effect heeft op andere secties. Voeg een sectie-einde toe tussen het voorwerk en de hoofdtekst van het boek om onderscheid te maken tussen deze onderdelen van het boek. Gebruik ook sectie-einden zodat de titelpagina van elk hoofdstuk begint op een eigen pagina.
  • Hoofdstuktitels. Wanneer je elke hoofdstuktitelpagina opmaakt, pas je de stijl Kop 1 toe op elke hoofdstuktitel. Naast het consistente uiterlijk dat Kop 1 verschaft in je boek, labelt Kop 1 de hoofdstuktitel zodat deze wordt weergegeven in de inhoudsopgave, zoals uitgelegd in stap 9.

Stapsgewijze instructies: Sectie-einden toevoegen

  1. Plaats de cursor aan het einde van het voorwerk.
  2. Klik op het tabblad Lay-out op de lijst Einden en selecteer Volgende pagina.

  3. Herhaal de voorgaande stap aan het einde van elk hoofdstuk.

Stapsgewijze instructies: Titelpagina's van hoofdstukken opmaken

  1. Highlight de titel van het eerste hoofdstuk. Klik op het tabblad Start in de sectie Stijlen op Kop 1 om de stijl toe te passen op de hoofdstuktitel.

  2. Herhaal de voorgaande stap voor elke hoofdstuktitel.


Stap 4

Voorwerk opmaken

Het voorwerk bestaat uit de secties die voor het eerste hoofdstuk komen. Sommige elementen worden verwacht en andere zijn optioneel, maar er is een standaardvolgorde. Meer informatie over voorwerkelementen.

Tip: naar rechts gerichte pagina's hebben oneven nummering in gedrukte boeken, omdat het eerste naar boven gerichte vel aan de rechterkant is van het gedrukte boek. De achterkant van de omslag is de naar links gerichte pagina.

Stapsgewijze instructies: Voorwerk opmaken


Sectie-einden en lege pagina's toevoegen
  1. Gebruik sectie-einden om indien nodig lege pagina's toe te voegen aan het voorwerk om ervoor te zorgen dat pagina's de juiste positie hebben.
    • Een lege pagina met een sectie-einde invoegen:
      • Plaats de cursor bovenaan op de pagina die volgt op de nieuwe lege pagina.
      • Klik op het tabblad Lay-out op de lijst Einden en selecteer Volgende pagina.

  2. Om een plaatsaanduidingspagina voor de inhoudsopgave te maken, voeg je direct voor Hoofdstuk 1 een naar rechts gerichte pagina toe en noem je die Inhoudsopgave.
Tip: Voordat je begint met het toepassen van stijlen, zorg je ervoor dat je sectie-einden hebt toegevoegd tussen de pagina's van je voorwerk, zoals beschreven in stap 3.

Voorwerkpagina's opmaken

Franse pagina
  1. Highlight de titeltekst. Selecteer Gecentreerd op het tabblad Start in de groep Alinea.
  2. Selecteer in de groep Lettertype je Lettertype, Lettergrootte en Kleur. (Selecteer bijvoorbeeld zwart, Lucida Sans, 32pt, gecentreerd.)

  3. Klik in de groep Alinea op het dialoogvenster (kleine diagonale pijl):
    • Selecteer (geen) onder Speciaal.
    • Stel onder Afstand de optie Voor in op 32pt en Na in op 16pt om de hoofdstuktitel ongeveer een derde van de pagina te verlagen en deze te scheiden van de eerste alinea.
  4. Klik op OK om de wijzigingen op te slaan.

Titelpagina
  1. Om de titel op te maken, herhaal je de stappen in 'De Franse pagina opmaken' met dezelfde keuzes lettertype, lettergrootte, kleur, uitlijning en afstand.
  2. Je kunt als volgt de subtitel opmaken:
    • Kies hetzelfde Lettertype als je titel en selecteer Cursief, een kleinere Lettergrootte (bijvoorbeeld: 24 pt) en gecentreerde uitlijning.
    • Stel in de groep Alinea onder Afstand Voor en Na in op 16pt.
  3. De naam van de auteur opmaken:
    • Kies hetzelfde Lettertype als je subtitel en selecteer een kleinere Lettergrootte (bijvoorbeeld: 16 pt) en gecentreerde uitlijning.
    • Stel in de groep Alinea onder Afstand Voor in op 16pt en Na in op 0.

Copyrightpagina
Highlight alle auteursrechtelijke content om de copyrightpagina op te maken. Selecteer Gecentreerd op het tabblad Start in de groep Alinea. Als je geen copyrightpagina hebt, kun je de volgende sjabloon gebruiken:

Copyright © 2019 Naam van auteur
Alle rechten voorbehouden.
ISBN-13:

Tip: Houd de toetsen CTRL+ALT+C ingedrukt om het copyrightsymbool in te voegen. Als je een KDP-ISBN kiest, is het je ISBN-13. Als je een 10-cijferig ISBN hebt, wijzig je ISBN-13 naar ISBN.

Opdracht
  1. Om het dankwoord op te maken, pas je Kop 1 toe op de dankwoordtitel.
  2. Selecteer alle dankwoordcontent. Selecteer Gecentreerd op het tabblad Start in de groep Alinea.

Inhoudsopgave
Je voegt de inhoudsopgave toe en maakt deze op in stap 9.

Voorwoord, dankwoord en proloogpagina's
  1. Pas Kop 1 toe op de titels van deze pagina's.
  2. Pas de stijl Normaal toe op de content van deze pagina's.

Tip: In stap 2 heb je Kop 1 gewijzigd voor alle hoofdstuktitels. Als je de stijl Kop 1 gebruikt, komt alles met het label Kop 1 ook in de inhoudsopgave terecht (stap 9). Gebruik Kop 1 voor voorwerkpagina's die je in je inhoudsopgave wilt.



Stap 5

Paginering toevoegen

Sommige boeken hebben afwijkende paginering voor het voorwerk (Romeinse cijfers) en de hoofdtekst van het boek (Arabische cijfers). Als je niet zeker weet of je verschillende pagineringsstijlen moet gebruiken (dit is niet gebruikelijk voor romans), kun je het best boeken zoeken die ongeveer dezelfde content als jouw boek hebben om een idee te krijgen van wat lezers verwachten. Voor verschillende pagineringsstijlen moet je sectie-einden gebruiken (zie stap 3).

Stapsgewijze instructies: Paginering toevoegen

  1. Ga naar de eerste pagina van Hoofdstuk 1 en klik op Paginanummer in de werkbalk. Hiermee wordt een dialoogvenster geopend.

  2. Stel in het dialoogvenster de juiste instellingen in voor Positie en Uitlijning. Selecteer Opmaak. Controleer of de Nummeropmaak is ingesteld op 1, 2, 3 en stel de Paginanummering in om te Beginnen vanaf 1.

  3. Klik op OK.

Stapsgewijze instructies: Romeinse cijfers toevoegen aan het voorwerk

  1. Ga naar de eerste pagina van je voorwerk en dubbelklik onderaan op de pagina om het tabblad Ontwerp tools Kop- en voettekst te activeren. Klik op Paginanummer en selecteer Paginanummers opmaken.

  2. Stel in het dialoogvenster de juiste instellingen in voor Positie en Uitlijning. Selecteer Opmaak.
  3. Wijzig Nummeropmaak in kleine Romeinse cijfers en stel de Paginanummering in om Door te gaan van de vorige sectie.

  4. Klik op OK.
  5. Herhaal dit proces voor alle voorwerkpagina's om een opeenvolgende paginering te garanderen.

Stapsgewijze instructies: Paginanummers verwijderen

Het verwijderen van paginanummers in bepaalde pagina's van het voorwerk is een ontwerpkeuze en vereist meer vaardigheid met Microsoft Word en tijd.

Voettekst ontkoppelen tussen voorwerk en hoofdtekst van een boek
  1. Dubbelklik onderaan op de eerste pagina van Hoofdstuk 1 om de Kop- en voettekst op het tabblad Ontwerp te activeren.
  2. Met de cursor in de voettekst zie je Aan vorige koppelen gehighlight in de groep Navigatie. Klik op Aan vorige koppelen om dit uit te schakelen.
Paginanummers van bepaalde voorwerkpagina's verwijderen
Paginanummers van bepaalde voorwerkpagina's (bijvoorbeeld: titelpagina, franse pagina) verwijderen:

  1. Dubbelklik onderaan op de pagina om de Tools Kop- en voettekst op het tabblad Ontwerp te activeren.
  2. Klik op Andere eerste pagina in de groep Opties op het tabblad Ontwerp.

Tip: het kan verwarrend lijken om afzonderlijk paginanummers toe te voegen en sommige te verwijderen. We raden je dit aan zodat de paginanummers doorlopen, onafhankelijk van of ze worden weergegeven of niet.

Problemen met paginanummering oplossen
Je zult misschien zien dat de paginering opnieuw start bij 1 aan het begin van een hoofdstuk of sectie. Je kunt dit probleem als volgt oplossen:

  1. Dubbelklik onderaan elke pagina waarop de nummering opnieuw wordt gestart om de Tools Kop- en voettekst op het tabblad Ontwerp te activeren. Klik op Paginanummer en selecteer Paginanummers opmaken.
  2. Stel in het dialoogvenster Paginanummering in om Door te gaan van de vorige sectie.
  3. Klik op OK.


Stap 6

Koptekst toevoegen (Geavanceerd)

Het afwisselen van koptekst tussen de boektitel en de naam van de auteur is een gangbare praktijk bij het ontwerpen van boeken. Om verschillende kopteksten van de boekcontent en het voorwerk te verkrijgen, moet je het bestand instellen met sectie-einden (zie stap 3).

Stapsgewijze instructies: Kopteksten toevoegen


Kopteksten toevoegen
  1. Ga naar de eerste pagina van Hoofdstuk 1 en dubbelklik bovenaan op de pagina om het tabblad Ontwerp tools Kop- en voettekst te activeren.
  2. Klik in de groep Navigeren op Aan vorige koppelen om deze optie te deselecteren. (Zelfde als vorige zou niet meer moeten worden weergegeven in de kop.)

  3. Klik op het selectievakje naast Verschillende even en oneven pagina's op het tabblad Ontwerp tools Kop- en voettekst in de groep Opties.
  4. Herhaal dit proces op de tweede pagina van Hoofdstuk 1. Op deze manier zorg je ervoor dat je koptekst niet wordt weergegeven in het voorwerk. Als de even paginanummers van je manuscript zijn verwijderd, kun je deze weer toevoegen door te dubbelklikken onderaan op de tweede pagina van Hoofdstuk 1 om de Tools Kop- en voettekst op het tabblad Ontwerp te activeren. Klik op Paginanummer en selecteer vervolgens Onderkant van pagina en Gewoon nummer 2.
  5. Ga naar de eerste pagina van Hoofdstuk 1 en dubbelklik bovenaan op de pagina om het tabblad Ontwerp tools Kop- en voettekst te activeren.
  6. Klik in de groep Kop- en voettekst op Koptekst en selecteer Leeg.

  7. Als je de boektitel aan alle oneven pagina's wilt toevoegen, selecteer je de plaatsaanduiding en vervang je deze door de titel van het boek.
  8. Highlight de boektitel in de header. Selecteer Gecentreerde uitlijning op het tabblad Home in de groep Alinea.
  9. Selecteer de koptekst voor pagina 2 en herhaal stap 6 tot en met 9 om de naam van de auteur toe te voegen aan de even pagina's.
Het verwijderen van kop- en voetteksten van hoofdstuktitelpagina's
Het is gebruikelijk dat hoofdstuktitelpagina's geen kopteksten bevatten. Je kunt ze als volgt verwijderen:
  1. Dubbelklik bovenaan op de hoofdstuktitelpagina om de Tools Kop- en voettekst op het tabblad Ontwerp te activeren.
  2. Klik op Andere eerste pagina in de groep Opties op het tabblad Ontwerp. De kop- en voettekst verdwijnen.

Tip: je vindt het mogelijk efficiënter om de taken uit te voeren voor elke hoofdstuktitelpagina (Kop 1, eerste alinea, decoratieve initiaal toepassen en het verwijderen van kop- en voetteksten) vóór de volgende hoofdstuktitelpagina. Dit wordt behandeld in stap 7.



Stap 7

Titelpagina's van hoofdstukken opmaken (geavanceerd)

Het gebruik van een stijl voor de eerste alinea en decoratieve initialen (een grote hoofdletter die standaard is voor de eerste letter van het eerste woord in een hoofdstuk) geeft de titelpagina van je hoofdstuk een professionele look. Als je een decoratieve initiaal wilt gebruiken, kun je een stijl voor de eerste alinea maken zonder inspringing, zodat de decoratieve initiaal op één lijn ligt met de uitlijning van de alinea.

Stapsgewijze instructies: Titelpagina's van hoofdstukken opmaken

  1. Klik op het dialoogvenster (kleine diagonale pijl) op het tabblad Start in de groep Stijlen om de opties voor Stijlen te openen. Klik op de knop Nieuwe stijl linksonder.

  2. Noem de nieuwe stijl Eerste alinea. Selecteer voor Stijl op basis van Normaal.
  3. Klik op de knop Opmaak en selecteer Alinea. Stel Inspringing en Afstand in. (Stel bijvoorbeeld Speciaal in op Geen en Afstand voor op 54pt.)

  4. Klik op OK.

Stapsgewijze instructies: Decoratieve initialen toepassen

  1. Highlight de eerste alinea van het hoofdstuk en pas de stijl voor de Eerste alinea toe.

  2. Als je de decoratieve initiaal wilt toevoegen, houd je de eerste alinea gehighlight en ga je naar het tabblad Invoegen. Klik in de sectie Tekst op het menu Decoratieve initiaal en selecteer In tekst.
  3. Als je de decoratieve initiaal wilt wijzigen, klik je op het menu Decoratieve initiaal en selecteer je Opties voor decoratieve initiaal om het Lettertype, Het aantal regels en Afstand van tekst aan te passen. (Bijvoorbeeld Lucida Sans, Aantal regels: 3, Afstand van links: 0,05".)

  4. Herhaal de bovenstaande stappen voor elke hoofdstuktitelpagina. (Als je bijvoorbeeld 12 hoofdstukken wilt publiceren, moet je deze stappen 12 keer herhalen.)


Stap 8

Afbeeldingen toevoegen (geavanceerd)

Deze stap laat zien hoe je afbeeldingen invoegt voor boeken met en zonder overloop naar marges. Hier kun je ook zien hoe je afbeeldingen kunt bewerken en opmaken. Voordat je afbeeldingen invoegt, controleer je of de afbeeldingen een hoge resolutie hebben.

Stapsgewijze instructies: Formaat van afbeeldingen aanpassen en deze positioneren (geen overloop naar marges)

  1. Klik met de rechtermuisknop op de afbeelding en selecteer Formaat en positie. (Als je geen optie ziet als je met de rechtermuisknop klikt, selecteer je de afbeelding en klik je op Afbeeldingsopmaak in de werkbalk.) Klik op Positie en selecteer Meer lay-outopties. Het dialoogvenster Geavanceerde lay-out wordt geopend. Selecteer Formaat.

  2. Controleer in het pop-upmenu of het selectievakje naast Beeldverhouding vergrendelen is ingeschakeld. Pas de hoogte of breedte naar wens aan en klik op OK.

  3. Zorg ervoor dat de afbeelding zich binnen alle vier de marges bevindt. Je kunt rasterlijnen inschakelen om te zien waar je marges starten door naar het tabblad Lay-out te gaan, op Uitlijnen te klikken en Rasterlijnen weergeven te selecteren. Als de afbeelding zo vergroot is dat deze dicht bij de marges ligt, moet je gaan rekenen. Trek de binnen- en buitenmarges af van het afdrukformaat voor breedte en trek de boven- en onderkant af van het afdrukformaat voor hoogte. Het formaat van een afbeelding kan niet groter zijn dan:
    • Breedte afbeeldingsformaat (geen overloop naar marges) = afdrukformaat - binnenmarge - buitenmarge
    • Hoogte afbeeldingsformaat (geen overloop naar marges) = afdrukformaat - bovenmarge - ondermarge

Stapsgewijze instructies: Formaat van afbeeldingen aanpassen en deze positioneren (overloop naar marges)

  1. Om de grootte van een afbeelding aan te passen voor overloop naar marges, klik je met de rechtermuisknop op de afbeelding en selecteer je Formaat en positie. Controleer in het pop-upmenu of het selectievakje naast Beeldverhouding vergrendelen is ingeschakeld. Pas vervolgens de hoogte of breedte naar wens aan om de afbeelding te laten overlopen naar de rand van de pagina. Klik op OK.
  2. Als je wilt dat de afbeelding overloopt naar marges van zijkant naar zijkant, pas je de breedte van de afbeelding aan aan de breedte van het afdrukformaat plus 3,2 mm (0,125"). (Voor ons voorbeeldboek hebben we de afbeeldingsbreedte aangepast naar 15,54 cm (6,125").)
  3. Als je wilt dat je afbeelding doorloopt van boven naar beneden, pas je de hoogte van de afbeelding aan aan de hoogte van het afdrukformaat van het boek 6,35 mm (0,25"). (Voor een boek van 15,24 x 22,86 cm (6" x 9") stel je de hoogte in op: 23,46 cm (9,25").)
  4. Voordat je je inhoudsbestand naar KDP uploadt, zorg je ervoor dat je Overloop naar marges kiest in de KDP-paperbackopties op het tabblad Content van paperback in de sectie Afdrukopties.

Stapsgewijze instructies: Afbeeldingen invoegen

  1. Plaats de cursor net voor de plaats waar de afbeelding moet worden weergegeven.
  2. Klik op Afbeeldingen op het tabblad Invoegen en blader naar de gewenste afbeelding. Klik op Invoegen om de afbeelding toe te voegen.
  3. Stel de afbeeldingspositionering in om tekst eromheen terug te laten lopen. Zo kun je de positie van de afbeelding wijzigen op de pagina. Als je tekstterugloop wilt instellen, klik je op de afbeelding om het tabblad Opmaak tools bij afbeeldingen te openen, klik je op Positie en selecteer je vervolgens een van de opties onder Met tekstterugloop.

  4. Na tekstterugloop te hebben toegepast, kun je je afbeelding verplaatsen door deze te verslepen en neer te zetten.

Stapsgewijze instructies: Afbeeldingen opmaken

  1. Klik op de afbeelding om het tabblad Opmaak tools bij afbeeldingen te openen. Klik in de groep Tekstterugloop op Meer lay-outopties en selecteer een frame om op de afbeelding toe te passen.
  2. Selecteer bij Tekstterugloop de gewenste Terugloopstijl en Afstand van tekst.


Stap 9

Een inhoudsopgave maken

Niet alle paperbacks hebben een inhoudsopgave. Als je niet zeker weet of je er een moet invoegen, kun je het best boeken zoeken die ongeveer dezelfde content als jouw boek hebben om een idee te krijgen van wat lezers verwachten. Als je ook je boek wilt publiceren in een digitaal formaat, bespaar je tijd door nu een inhoudsopgave te maken. Waarom? Omdat Amazon vereist dat alle Kindle e-books een inhoudsopgave hebben die het mogelijk maakt voor lezers om gemakkelijk van het ene hoofdstuk naar het andere te gaan.

Stapsgewijze instructies: Een inhoudsopgave maken


Geautomatiseerde inhoudsopgave toevoegen
  1. Highlight de tekst van de inhoudsopgave op de plaatsaanduidingspagina die je hebt gemaakt in stap 4 in de sectie 'Sectie-einden en lege pagina's toevoegen'. Klik op Inhoudsopgave op het tabblad Verwijzingen en selecteer Automatische inhoudsopgave 2 om een nieuwe inhoudsopgave in te voegen.

  2. Maak de koptekst van de inhoudsopgave op door het lettertype, grootte en uitlijning te kiezen. (Bijvoorbeeld Lucida Sans, 24pt, gecentreerde uitlijning.)
De inhoudsopgave bijwerken
  1. Klik op de inhoudsopgave en ga naar het tabblad Verwijzingen om de tabel bij te werken.
  2. Klik in de sectie Inhoudsopgave op Inhoudsopgave bijwerken.


Stap 10

Controleren en exporteren naar PDF

Nu je opmaak is voltooid, wordt het tijd voor een laatste controle en voor het aanpassen van enkele instellingen om ervoor te zorgen dat je bestand werkt op de KDP-website.

Stapsgewijze instructies: Controleren en exporteren


Alineamarkeringen inschakelen

Schakel verborgen opmaaksymbolen in door te klikken op het alineasymbool op het tabblad Home. Blader door het document en zoek naar fouten met afstand.

Lettertypen insluiten
  1. Als je lettertypen wilt insluiten, ga je naar het tabblad Bestand, klik je op Opties en selecteer je vervolgens het pictogram Opslaan.

  2. Scrol naar de sectie Lettertype insluiten en schakel de optie Lettertypen in het bestand insluiten in. Laat andere opties uitgeschakeld.
Downsampling wordt uitgeschakeld
  1. Klik op het tabblad Word op Voorkeuren, selecteer het pictogram Bewerken en scrol vervolgens naar de sectie Afbeeldingsgrootte en -kwaliteit.
  2. Klik op het selectievakje naast Afbeeldingen in bestand niet comprimeren.
  3. Wijzig de Standaardresolutie in 330 ppi.
  4. Klik op OK om de wijzigingen op te slaan.
Exporteren naar PDF

Als je als een PDF wilt exporteren, ga je naar het tabblad Bestand, klik je op Exporteren en klik je vervolgens op PDF bij Exportindelingen.


Je bent nu klaar met het samenstellen van je inhoudsbestand! Om het te uploaden naar KDP, ga je naar je Boekenplank.




Er is een onverwachte fout opgetreden. Probeer het later nog eens.
Je sessie is verlopen

Meld je aan om door te gaan

Aanmelden
edit