Nederlands | Hulp | Aanmelden | Feedback geven

Hoe zou je je ervaring met deze pagina beoordelen?

Ga naar onsHulp-centrum voor informatie over veelvoorkomende problemen

Hartelijk dank voor je feedback.

Hulp-onderwerpen

Contact

Heb je feedback? Kun je je antwoord niet vinden op de Hulp-pagina's?

Contact

Opmaakproblemen met paperback- en hardcoverboeken oplossen

Om er zeker van te zijn dat je boek voldoet aan onze kwaliteitsnormen, controleren we het op twee manieren:

  1. Automatische controle. Bij het maken van je boek en het uploaden van je bestand, controleert ons Print Previewer-programma automatisch op fouten die moeten worden gecorrigeerd voordat je het boek ter publicatie indient. Als er opmaakproblemen worden gevonden die moeten worden opgelost, moet je je bestand in het oorspronkelijke programma bijwerken, de vereiste opmaakwijzigingen doorvoeren en vervolgens een nieuw PDF-bestand maken om naar je account te uploaden. Enkele van de belangrijkste opmaakcontroles waar Print Previewer op scant, zijn marges, omslagformaat en lettertypen. Print Previewer probeert ook bepaalde problemen op te lossen door tekst te schalen of aan te passen binnen de marges. Aangezien Print Previewer naar de structuur van een bestand kijkt, worden soms opmaakfouten opgemerkt die iemand die naar de manuscriptpagina's kijkt niet opvallen.
  2. Handmatige controle. Nadat je het boek hebt ingediend voor publicatie, controleren we handmatig je manuscript- en omslagbestanden. Als we problemen tegenkomen, sturen we een e-mail met instructies over welke fouten je moet corrigeren.

Blader door de onderwerpen op deze pagina om te weten te komen hoe je problemen kunt verhelpen die tijdens onze controles zijn aangetroffen.

Opmerking: Als je problemen hebt met je ISBN of imprint, ga je naar onze Hulp-pagina International Standard Book Number (ISBN) voor meer informatie over hoe je deze kunt oplossen.   



Afdrukformaat en overloop naar marges

Kies je het verkeerde afdrukformaat of paginaformaat? Lopen de afbeeldingen die overlopen naar de marges niet ver genoeg door voorbij de afdruklijn?

Je kunt als volgt het paginaformaat bijwerken:
  1. Open het oorspronkelijke Word-bestand.
  2. Ga naar het tabblad Opmaak en klik in het gedeelte 'Pagina-indeling' op Formaat.
  3. Selecteer Meer papierformaten. Er verschijnt een dialoogvenster.
  4. Stel de paginabreedte en -hoogte in op basis van het afdrukformaat van je boek. Als je boek overloop naar marges heeft, voeg je 3,2 mm (0,125") toe aan de breedte en 6,4 mm (0,25") aan de hoogte. Als je afdrukformaat bijvoorbeeld 15,24 x 22,86 cm (6" x 9") is, stel je het paginaformaat in op 15,54 x 23,46 cm (6,125" x 9,25"). Als je hulp nodig hebt bij het berekenen van de afmetingen van je boek, kun je onze berekenaar gebruiken.
  5. Voer bij de velden Breedte en Hoogte het afdrukformaat van je boek in en indien nodig de overloop naar marges.
  6. Klik op OK.

Opmerking: als je het paginaformaat wijzigt, zal de tekst verschuiven en het aantal pagina's veranderen. Zorg ervoor dat de marges die je hebt ingevoerd, ook met het nieuwe aantal pagina's correct zijn. Raadpleeg het gedeelte Marges en rugwit voor stappen om je marges bij te werken. Zodra je het juiste paginaformaat en de juiste marges voor het aantal pagina's hebt geselecteerd, moet je het bestand doorlopen en ervoor zorgen dat afbeeldingen die helemaal tot de rand van je pagina moeten komen 3,2 mm (0,125") doorlopen voorbij de afdruklijn. Zie voor meer informatie over overloop naar marges onze Hulp-pagina Afdrukformaat, overloop naar marges en marges instellen.

Nadat je het paginaformaat hebt bijgewerkt en de marges en de overloop naar marges hebt gecontroleerd, sla je het gewijzigde bestand op als PDF en upload je het bestand opnieuw.



Marges en rugwit

Staat er content buiten de marges? Loopt de content door tot in het rugwitgedeelte?
Als je pagina's een achtergrondkleur of grafische kleur hebben en bij Print Previewer een marge-fout wordt weergegeven, probeer je eerst de optie Overloopinstellingen te wijzigen in 'Overloop naar marges' en bekijk je ook het gedeelte Afdrukformaat en overloop naar marges .

  1. Open het oorspronkelijke bestand. Verplaats de content die buiten de marges valt of ga door met stap 2 om je marges opnieuw in te stellen.
  2. Ga naar het tabblad Opmaak en klik in het gedeelte Pagina-indeling op Marges.
  3. Selecteer Aangepaste marges. Er verschijnt een dialoogvenster.
  4. Ga naar de sectie Pagina's en selecteer Marges spiegelen in het vervolgkeuzemenu Meerdere pagina's.
  5. Ga naar de sectie Voorbeeld en selecteer Volledig document in het vervolgkeuzemenu Toepassen op.
  6. Voer je boven-, onder-, binnen- en buitenmarges in op basis van het aantal pagina's* van je boek en geef aan of er overloop naar marges is (zie de vereisten voor marges). Klik vervolgens op OK.
  7. Upload je gereviseerde bestand naar KDP.

*Opmerking: We berekenen het aantal pagina's op basis van het manuscriptbestand en ronden dit aantal indien nodig af op een even getal. (Voor paperback- en hardcoverboeken geldt dat elke pagina een voor- en achterzijde heeft, wat gelijk staat aan twee pagina's.) Het minimum en maximum aantal pagina's verschilt afhankelijk van het soort inkt dat je hebt geselecteerd en het boektype (paperback of hardcover). Ga voor meer informatie naar Afdrukopties.



Tekstvakken, spaties en verborgen tekens

We staan niet toe dat tekst van de pagina afloopt, dus alle tekst moet binnen de marges verschijnen. Soms wordt in de Print Previewer tekst gemarkeerd als buiten de marge terwijl er op die plek geen tekst zichtbaar is. Dit kan het geval zijn als zichtbare of onzichtbare teksttekens onbedoeld buiten de marges doorlopen. Hieronder vind je twee veelvoorkomende voorbeelden, waaronder cursieve tekst en onzichtbare spaties.

Voorbeeld: Tekst zonder opmaak versus cursieve tekst
De onderstaande afbeelding met de titel 'Tekstvak met platte tekst' toont tekst in een tekstvak met een marge van 0,375" (9,53 mm) en alle tekst past perfect in het vak. Als de tekst echter wordt gewijzigd in een cursieve versie van hetzelfde lettertype, zoals in 'Tekstvak met cursieve tekst', lopen sommige tekens van het lettertype iets buiten het tekstvak en buiten de marge, wat een fout oplevert in de Print Previewer. Bij het instellen van de marges kan het handig zijn om ze iets groter te maken dan de minimaal vereiste afmetingen om te compenseren voor tekst die mogelijk over het tekstvak heen komt.

Tekstvak met platte tekstTekstvak met cursieve tekst
Schermafbeelding van tekstvak maakt tekst zonder opmaak die binnen de marge pastSchermafbeelding van tekstvak met cursieve tekst die niet binnen de marge past


Voorbeeld twee: Verborgen spaties
De onderstaande afbeelding met de titel 'Tekstvak met normale weergave' toont tekst in een tekstvak dat buiten de marge naar de rand van de pagina loopt. In de normale weergave lijkt alle tekst binnen het margegebied te zijn. Als echter dezelfde tekst is gemarkeerd, zoals in 'Tekstvak met alle tekst gemarkeerd', kun je zien dat elke regel een reeks spaties bevat die buiten de marge doorlopen. De spaties die buiten de marges vallen, worden als teksttekens beschouwd, wat de fout veroorzaakt in de Print Previewer.

Tekstvak met normale weergaveTekstvak met alle tekst gemarkeerd
Schermafbeelding van tekstvak met tekst die binnen de marge lijkt te passenSchermafbeelding van tekstvak waarin alles is gemarkeerd en extra spaties worden getoond die buiten de marge vallen.


Problemen met schalen

Wanneer Previewer de marges of het afdrukformaat van een bestand corrigeert, wordt elke pagina gescand om alle content op de pagina te identificeren en wordt de content vervolgens geschaald zodat deze binnen de vereiste marges past. Als je pagina's ziet die anders zijn geschaald dan andere, wordt dit meestal veroorzaakt door onzichtbare tekens, spaties of tekstvakken die in het bovenstaande gedeelte worden genoemd. Probeer het volgende om deze objecten in je bestand te identificeren:
  • Ga in het originele bestand naar de pagina waaraan je werkt en selecteer alle content op de pagina door ergens op die pagina te klikken en vervolgens op Ctrl+A te drukken. Hiermee worden alle objecten in het bestand gemarkeerd en kun je onbedoelde objecten visueel identificeren.
  • Als het inhoudsbestand is gemaakt met Microsoft Word, kun je alle tekenobjecten en opmaakmarkeringen, inclusief verborgen objecten, bekijken door naar het Home-lint te gaan en in de sectie Alinea op het alineateken ('¶') te klikken om alle tekens weer te geven (je kunt ook op Ctrl+Shift+8 drukken om deze functie in te schakelen).
  • Bovendien kun je in Microsoft Word alle opmaakinstellingen die op tekst zijn toegepast controleren door deze te markeren en vervolgens op Ctrl+F1 te drukken om de opmaak weer te geven. Dit kan nuttig zijn om tekststijlen of tekstopmaak zichtbaar te maken die de bedoelde stijl overschrijdt.

Als je pagina's onzichtbare of lege elementen bevatten, zoals een leeg tekstvak of een vak met illustraties dat je bent vergeten te verwijderen, verwijder je deze voordat je de pagina's uploadt.


Resolutie van afbeelding

Voor het beste resultaat raden we aan afbeeldingen met een hoge resolutie toe te voegen. We raden je aan om afbeeldingen van minimaal 300 dpi (dots per inch) te gebruiken. Hier volgen onze toptips voor het toevoegen van afbeeldingen met hoge resolutie aan je boek:

  • Voeg afbeeldingen in hun oorspronkelijke formaat toe. Voeg afbeeldingen toe in je bestand, dus niet door te kopiëren en te plakken. Vergroot de afbeeldingen niet nadat je ze hebt toegevoegd, want daardoor wordt de resolutie lager. Je kunt als volgt een afbeelding invoegen:
    1. Ga naar het tabblad Invoegen.
    2. Klik in de sectie Illustraties op Afbeeldingen.
    3. Selecteer het bestand op je computer en klik op Invoegen.

  • Controleer je apparaatinstellingen. De meeste camera's en scanners hebben instellingen voor hoge resolutie. Zorg ervoor dat de instelling voor hoge resolutie is geselecteerd voordat je ze gebruikt.

  • Zet afbeeldingen comprimeren uit. Word is zo ingesteld dat afbeeldingen worden gecomprimeerd om de bestandsgrootte te verkleinen. Je kunt als volgt de instelling wijzigen:
    1. Ga naar het tabblad Bestand en klik op Opties.
    2. Ga naar Geavanceerd en vervolgens naar de sectie Afbeeldingsgrootte en -kwaliteit.
    3. Zet een vinkje in het vakje Afbeeldingen niet comprimeren.

  • Controleer de afbeeldingsresolutie. Als je niet weet of je afbeeldingen een hoge resolutie hebben, kun je de afbeeldingsgegevens gebruiken om de dpi te berekenen.
    1. Klik met de rechtermuisknop op het afbeeldingsbestand en selecteer Eigenschappen.
    2. Klik in het venster dat verschijnt op het tabblad Gegevens.
    3. Zoek het aantal pixels onder de kop Afbeelding.
    4. Deel het aantal pixels door de afbeeldingsgrootte. Voorbeeld: het aantal pixels van de afbeelding is 1200 x 1800 en de afbeeldingsgrootte is 10,16 x 15,24 cm. Dit betekent dat de afbeelding 300 dpi heeft.

Ga voor meer informatie over het toevoegen van afbeeldingen aan boeken met en zonder overloop naar marges naar Afdrukformaat, overloop naar marges en marges instellen.



Boekgegevens

Zorg ervoor dat de informatie in je boek en op de omslag exact overeenkomt met de boekgegevens (bijvoorbeeld de titel, de naam van de auteur, ISBN, Imprint, taal) die je tijdens het maken van het boek hebt opgegeven.

  1. Vergelijk de boekgegevens die je hebt ingevoerd met de gegevens in je manuscript en op je omslag. 
  2. Pas eventuele verschillen aan, zelfs hele kleine (bijv. auteursnaam John T. Smith in de boekgegevens en J.T. Smith op de titelpagina).
  3. Controleer alle locaties waar boekgegevens worden weergegeven (bijvoorbeeld copyrightpagina, kopteksten, enz.).
  4. Werk je boekgegevens bij of upload je gereviseerde bestand naar KDP.



Lettertypen

Alle lettertypen moeten volledig zijn ingesloten in alle inhouds- en omslagbestanden die voor publicatie worden ingediend. Als lettertypen zijn ingesteld op volledige insluiting in je oorspronkelijke bestand, maar in de Previewer na het uploaden foutmeldingen met betrekking tot niet-ingesloten lettertypen worden getoond, is het mogelijk dat voor de specifieke lettertypen commercieel gebruik niet is toegestaan. Deze kun je dan niet insluiten en afdrukken.

Om het beste resultaat te krijgen, sla je je manuscriptbestand op als een PDF-bestand met ingesloten lettertypen voordat je de publicatie indient.

  1. Ga naar het tabblad Bestand en selecteer Opties.
  2. Ga naar het tabblad Opslaan en vink het vakje Lettertypen insluiten in het bestand aan.
  3. Zorg ervoor dat de selectievakjes Alleen gebruikte tekens in het document insluiten en Geen veelvoorkomende systeemlettertypen insluiten zijn uitgeschakeld.
  4. Klik op OK. Door lettertypen in te sluiten krijgen onze drukkerijen informatie over de manier waarop de lettertypen in je bestand moeten worden weergegeven. Je boek zal dan worden afgedrukt zoals je het voor ogen had.
  5. Ga terug naar het tabblad Bestand en selecteer Opslaan als.
  6. Kies een locatie op je computer.
  7. Selecteer in het vervolgkeuzemenu Opslaan als type PDF-bestand en klik op Opslaan.
  8. Dien je bestand opnieuw in.

Meer informatie over lettertypen.



Lege pagina's

Voor het behoud van een goede leeservaring mogen aan het begin of in het midden van een manuscriptbestand niet meer dan vier opeenvolgende lege pagina's staan en/of aan het einde tien opeenvolgende lege pagina's. Je kunt dit probleem als volgt oplossen:

  1. Open het oorspronkelijke bestand.
  2. Verwijder de extra lege pagina's.
  3. Dien het gereviseerde bestand opnieuw in.


Paginering

Zorg ervoor dat de paginanummers opeenvolgend worden gerangschikt. Als er paginanummers zijn omgewisseld of overgeslagen, kan dit erop duiden dat er pagina's ontbreken of niet in de juiste volgorde staan. Dit kan problemen opleveren bij de productie, er kunnen vertragingen optreden en mogelijk retourneren ontevreden klanten je boek.

  • Boeken die van links naar rechts moeten worden gelezen: even getallen op de linkerpagina's en oneven getallen op de rechterpagina's.
  • Boeken die van rechts naar links worden gelezen: oneven getallen op de linkerpagina's en even getallen op de rechterpagina's.

Je kunt als volgt problemen met de paginering oplossen:

  1. Open het oorspronkelijke bestand.
  2. Voeg een sectie-einde in aan het einde van je voorwerk zodat de paginanummers beginnen op de pagina van het eerste hoofdstuk. Ga naar het tabblad Opmaak om een sectie-einde in te voegen. Klik in het gedeelte Pagina-indeling op Einden en selecteer vervolgens Sectie-einden – Volgende pagina.
  3. Ga naar de pagina met het eerste hoofdstuk.
  4. Klik in de koptekst als je daar je paginanummers wilt invoegen of in de voettekst als je je paginanummers juist daar wilt hebben. Het tabblad Ontwerpen verschijnt.
  5. Klik in de sectie Navigeren op Aan vorige koppelen. Hiermee voorkom je dat er op de pagina's met je titel, copyright en inhoudsopgave paginanummers komen te staan.
  6. Klik in het gedeelte Kop- en voettekst op Paginanummer en bepaal waar je je paginanummers wilt hebben.
  7. Dien het gereviseerde bestand opnieuw in.



Sjablooninhoud

Als je een sjabloon hebt gebruikt, moet je ervoor zorgen dat je alle tijdelijke tekst hebt aangepast of verwijderd.

  1. Open het oorspronkelijke bestand.
  2. Controleer je voorwerk (bijv. inhoudsopgave, copyrightpagina, enz.), kopteksten en voetteksten voor tijdelijke tekst.
  3. Pas alle tijdelijke tekst aan of verwijder de tekst.
  4. Dien het gereviseerde bestand opnieuw in.

Controleer de volgende locaties in je manuscript om er zeker van te zijn dat je de tijdelijke tekst van de sjabloon hebt verwijderd:

Tijdelijke tekst

Locatie

Boektitel

Copyrightpagina, pagina 1 en kop 

Naam van auteur

Copyrightpagina, pagina 1 en kop

Voeg hier tekst in

Titelpagina/Franse pagina

Opdracht

Hoofdtekst

Inhoudsopgave

Hoofdtekst

Dankwoord / Voeg hier het dankwoord in

Hoofdtekst

Naam van hoofdstuk / Voeg hier de tekst van hoofdstuk x in

Hoofdtekst

Over de auteur / Voeg hier de biografie van de auteur in

Hoofdtekst

Voeg hier de tekst van hoofdstuk één in

Hoofdtekst

Typ tekst

Koptekst/voettekst

Typ hier

Titelpagina/Franse pagina

Tijdelijke tekst 

Pagina 1

Alleen Spaanse sjabloon

Titulo del libro

Koptekst/voettekst

Nomber del author

Copyrightpagina

Alleen Franse sjabloon

Titre du livre

Koptekst/voettekst

Alleen Duitse sjabloon

Buchtitel

Koptekst/voettekst



Onleesbare tekst

De tekst dient groot en duidelijk te zijn, zodat lezers van je boek deze goed kunnen lezen. Controleer het volgende om ervoor te zorgen dat de tekst leesbaar is:

  • De tekst heeft minimaal een lettergrootte van 7
  • De tekst wordt niet overlapt of afgekapt door andere elementen
  • De tekst is steekt duidelijk af tegen de achtergrond
Controleer de tekst in alle onderdelen van je boek, zoals:

  • Manuscript
  • Afbeeldingen in je manuscript die tekst bevatten
  • Omslag
Je kunt als volgt je tekst corrigeren:

  1. Open het oorspronkelijke bestand.
  2. Werk je tekstgrootte, positie of kleur bij om er zeker van te zijn dat alles leesbaar is.
  3. Upload het gereviseerde bestand naar KDP.



Omslag en rugtekst

Omslagbestand heeft meer dan één pagina

  1. Open het oorspronkelijke bestand.
  2. Zorg ervoor dat de omslag, inclusief de vooromslag, rug en achteromslag, op één pagina passen.
  3. Dien het gereviseerde bestand opnieuw in.

Het boek heeft minder dan 79 pagina's en daarom kan er op de rug geen tekst staan.

  1. Open het oorspronkelijke bestand.
  2. Verwijder de rugtekst.
  3. Dien het gereviseerde bestand opnieuw in.

Meer informatie over de vereisten voor omslagopmaak.



Omslagformaat

Je omslagbestand moet een PDF-formaat hebben met overloop naar marges en geen omliggende witruimte of bijsnijdmarkeringen. Als het bestand een andere grootte heeft dan verwacht, wordt in Print Previewer dit verschil opgemerkt en wordt goedkeuring voorkomen.

Controleer het volgende om dit probleem op te lossen:
  • Stel de breedte en hoogte van je bestand in op het volledige omslagformaat volgens onze omslagberekenaar en sjabloongenerator.
  • Er mag geen witruimte zijn rondom de randen van het omslagbestand, anders levert dat een fout op vanwege overloop naar marges.
  • Alle afbeeldingen of achtergronden die helemaal naar de rand van de pagina moeten reiken, moeten 3,2 mm (0,125") doorlopen voorbij de afdruklijn. Als dit niet het geval is, wordt het bestand afgewezen.
  • Afbeeldingen of grafische elementen die niet helemaal naar de rand van de pagina moeten gaan, moeten in de veilige zone passen. Dit wordt weergegeven door de gestippelde rode lijnen in Previewer.
  • Alle tekst moet binnen de veilige zone passen.
Raadpleeg het gedeelte Omslag en rugtekst voor meer informatie over veelvoorkomende fouten in omslagformaat.



Transparante elementen

Zorg ervoor dat de transparante elementen en lagen zijn afgevlakt wanneer je een PDF-bestand maakt. Wanneer bestanden worden gemaakt en content boven op andere content wordt geplaatst, kunnen transparante elementen optreden. Als je een ontwerpprogramma gebruikt, wordt deze content in een andere laag geplaatst. Niet-afgevlakte lagen en transparante elementen kunnen fouten veroorzaken bij het uploaden en later tijdens de productiefase. Als je je oorspronkelijke bestanden bewerkt, moet je ervoor zorgen dat alle lagen en transparante elementen zijn afgevlakt, zodat de volgorde waarin de content op de pagina is geplaatst, tijdens het productieproces ongewijzigd blijft en er niets wordt verplaatst.


Moirépatroon

Een moirépatroon is een optisch effect dat optreedt wanneer een set lijnen of stippen over een andere set wordt gelegd, waarbij één set iets verschilt in grootte, hoek of lijnafstand. Hierdoor ontstaat er een interferentiepatroon in de afbeelding. Veelvoorkomende oorzaken van moirépatronen zijn:

  • Het gebruik van een gescande foto van een gedrukte bron, zoals een krant of tijdschrift
  • Het gebruik van overlappende tonen/halftonen van verschillende hoeken en maten
  • Het toevoegen van tonen aan een afbeelding die al is gecomprimeerd of gedownsampled

Het moirépatroon kun je als volgt vermijden in manga/stripboeken:

  • Gebruik afbeeldingen met een resolutie van minimaal 600 dpi
  • Laat geen tonen met verschillende hoeken, maten of afstand overlappen 
  • Verwijder anti-aliasing wanneer je stippen (halftonen) gebruikt en stel de K-waarde in op 100%
  • Zorg dat punthalftonen perfecte cirkels zijn
  • Ruithalftonen moeten in een hoek van 45 graden worden geplaatst
  • Vermijd het gebruik van te veel lijnen: 60-70 heeft de voorkeur
  • Vermijd het gebruik van bleke kleuren 
  • Vermijd het gebruik van tonen op een grijze achtergrond


Er is een onverwachte fout opgetreden. Probeer het later nog eens.
Je sessie is verlopen

Meld je aan om door te gaan

Aanmelden
edit